Gaan
Infinitief |
te gaan |
Tegenwoordige tijd |
ik ga |
jij gaat |
hij / zij / het gaat |
wij gaan |
jullie gaan |
zij gaan |
Verleden tijd |
Onvoltooid verleden tijd |
ik ging |
jij ging |
hij / zij / het ging |
wij gingen |
jullie gingen |
zij gingen |
Voltooid tegenwoordige tijd |
ik ben gegaan |
© 2023 Harm Schoonekamp | contact | Talennet | FAQ | sitemap.
"Of ik nooit moe word van het schrijven ? Nee, ik kan er toch bij blijven zitten. "